Gerben Graddesz Hellinga

Op 12 december 1938 werd in een familie van schrijvers Gerben Hellinga geboren. De familie Hellinga woonde toen in Zaltbommel, maar verhuisde na de oorlog naar Amsterdam. Daar ging Gerben naar het gymnasium. Vervolgens studeerde hij in Amsterdam en Rotterdam geneeskunde om in 1975 af te studeren als psychiater. In 1978 promoveerde hij op een proefschrift over de ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley.

Schrijven speelde aanvankelijk nauwelijks een rol in zijn leven. Hoewel… zowat het enige vak op school waar hij altijd echt goede cijfers voor kreeg was opstellen schrijven! Allebei zijn grootouders schreven kinder- en jeugdboeken, en zijn vader en zijn twee ooms publiceerden veel boeken op hun vakgebied. Alleen zijn neef, die ook Gerben heet, schreef boeken die Gerben zelf leuk vond om te lezen: avonturenboeken en toneelstukken.

Pas rond zijn veertigste begon hij te proberen of hij zelf ook kon schrijven. Dat werd een ramp, want hij had al wel veel boeken en artikelen geschreven over zijn vak, maar dat is veel gemakkelijker dan goede avonturenboeken schrijven. In het begin werden al zijn verhalen dan ook afgewezen door de tijdschriften waar hij ze naartoe stuurde. Hij loste het probleem op door drie workshops te organiseren waarbij schrijvers elkaar leerden om beter te schrijven. Daar heeft hij zelf zoveel van opgestoken dat het nu ook kan.

Zijn eerste jeugdboek kwam uit in 1986. Hij schreef toen nog onder de naam ‘Gerben Hellinga Junior’ om te voorkomen dat mensen hem zouden verwarren met zijn neef. Inmiddels is gebleken dat dat niet voldoende was en nu schrijft hij onder de naam Gerben Graddesz Hellinga. Hij is namelijk de zoon van Graddes, terwijl zijn neef, de andere Gerben, in de familie bekend straat als Gerben Wytzes.

Als psychiater werkte Gerben heel erg veel, wel 50, 60 uur in de week. Omdat hij ook veel van schrijven houdt, is hij in 1998 eerder gestopt met werken zodat hij zich volledig op het schrijven kon storten. De eerste boeken van Gerben gingen over de toekomst: science fiction. Maar nu gaan zijn boeken juist over het verleden. Naar eigen zeggen gaan de ontwikkelingen tegenwoordig te snel. Hij kon het niet meer bijhouden, terwijl je als SF-schrijver juist moet bedenken hoe het later zal worden. Het verleden staat gelukkig al vast!

Gerbens laatste zes boeken gaan over de Amerikaanse geschiedenis. Geschiedenis is voor hem altijd een hobby geweest en vooral de Amerikaanse geschiedenis heeft zijn interesse. Die fascinatie heeft hij om kunnen zetten in een reeks spannende jeugdboeken. Hij heeft zelf gezegd dat er minstens twaalf boeken over de Amerikaanse geschiedenis te schrijven zijn, dus dan hebben we er nog zes te gaan!

Gerben is getrouwd en heeft twee geweldige stiefdochters (die al op zichzelf wonen, maar met wie hij gelukkig nog veel contact heeft) en drie katten. Hij en Else, zijn vrouw, zijn dol op reizen. Zelf heeft hij al meer dan zestig landen intensief bereisd, vroeger vaak liftend en met een rugzak, maar daarvoor begint hij nu te oud te worden. Het schrijven van boeken over de Verenigde Staten is een goede smoes om daar naartoe te gaan, ‘voor onderzoek’. Daar is hij nu dan ook al vijftien keer geweest.