Titel: | Zwarte zwaan |
Auteur: | Gideon Samson |
Uitgeverij: | Leopold, 2012 |
ISBN: | 978 90 258 6130 8 |
Illustraties: |
De King van de klas
R.D.F. Rif+Duuf Forever. Het staat op al hun schriften, op de achterkant van het fietsenhok en zelfs op de onderkant van het bureau van meester Paul. Duveke is maar wat blij dat zij de beste vriendin van Rifka is. Met Rifka kun je lachen. Ze is de King van de klas, ze verzint altijd weer iets nieuws. Maar wat ze nu bedacht heeft, is belachelijk: ze wil haar eigen begrafenis bijwonen! Onmogelijk, denkt Duveke. Maar bij Rifka kan alles. Ze bedenkt gewoon dat ze doet alsof ze ontvoerd is. Haar ouders krijgen eerst een brief waarin staat dat ze losgeld moeten betalen. Daarna komt een tweede brief dat hun dochter dood is. En dan organiseren ze natuurlijk een begrafenis.
‘Moet je nagaan hoe dat zal zijn als zo’n lief meisje als ik er opeens niet meer is,’ zei Rifka. (…) ‘De toespraken zijn het allerliefst. En de bloemen zijn ontelbaar.’
Het leek Rifka heel erg lachen om zo’n verdrietige begrafenis mee te kunnen maken. ‘Wedden dat al die truttenkoppen en piemelpikkies keihard moeten janken?’
Ik knikte. Het zou vast zo zijn. Rifka was niet voor niets de baas van de klas.
Als Rifka iets wil, kun je maar het beste meewerken. Maar bij dit plan heeft Duveke haar twijfels. Zij moet ervoor zorgen dat Rifka een tent heeft, waarin ze zich een paar dagen kan verstoppen. Zij moet een slaapzak en een luchtbed kopen en genoeg zakken chips, cola en fruitrepen. En het belangrijkste: zij moet ook de brieven posten die zogenaamd van de ontvoerders komen. Rifka heeft aan alles gedacht. Zegt ze. Ze is niet voor niets het slimste meisje van de wereld.
‘Zwarte zwaan’ is opgedeeld in drie stukken: ‘voor’, ‘na’ en ‘tijdens’. Zo komt het dat je bij het lezen van ‘na’ begrijpt dat er iets verschrikkelijk fout is gegaan met het plan van Rifka, maar je weet nog niet wat. Dat lees je pas op het allerlaatst, als Rifka zelf aan het woord komt. Door het verhaal zo op te delen, maakt Gideon Samson het heel spannend. Je wil dolgraag weten wat er precies gebeurd is.
Leuk is het niet. Rifka is een rotmeid, die het grappig vindt om andere kinderen te pesten en daarna lief lacht tegen de meester en ‘sorry meneer’ zegt. En alle volwassenen trappen daarin, want Rifka met haar mooie donkere krullen is toch zo’n schat van een kind?
In het hele boek voel je dat er iets dreigt; Rifka en Duveke zijn geen gewone schoolvriendinnen. Er is meer. Pas als je ‘Zwarte zwaan’ helemaal uit hebt, begrijp je hoe hun vriendschap in elkaar zat. Het is een prachtig, maar gruwelijk boek over goed en slecht, en over alles daar tussenin.