Titel: | Mijn opa en ik en het varken oma |
Auteur: | Marjolijn Hof |
Uitgeverij: | Querido, 2011 |
ISBN: | 978 90 4511 1889 |
Illustraties: | Judith ten Bosch |
Een opa als avonturenvriend
We liepen door het gras, we sprongen over een sloot en ’s avonds speelden we ganzenbord. In de gang stonden onze laarzen. Aan de kapstok hingen onze jassen naast elkaar.
Misschien denk je dat dit stukje tekst over twee broertjes gaat? Of over twee vriendjes? Nee: dit verhaal gaat over een meisje en haar opa. Ze zijn heel goed bevriend. Het meisje logeert graag en vaak bij haar opa en daarover vertelt ze in het boek ‘Mijn opa en ik en het varken oma’ van Marjolijn Hof.
Altijd als het meisje bij opa is gebeuren er bijzondere dingen. Zo bakt opa graag pannenkoeken. Daar is niet zoveel vreemds aan natuurlijk, behalve dat opa niet meer kan stoppen met bakken. Op een dag bakt hij zoveel pannenkoeken dat hij barst. Hij zegt tegen zijn kleindochter:
Ik wil ook wel dat ik ermee stop. Maar het lukt me niet. Het is zo’n drang van binnen.
Het meisje moet telkens nieuwe melk en eieren aanslepen en uiteindelijk zijn er zoveel stapels pannenkoeken, dat ze na drie dagen nog niet alles opgegeten hebben.
Opa vindt er gelukkig een oplossing voor. Hij leent een hongerig varken bij de boer verderop. Samen bedenken ze een naam. Het meisje vindt Oma een goede naam,
want een oma kunnen ze goed gebruiken.
Opa en het meisje maken van alles mee. Vaak zijn dat dingen waarom je hardop moet lachen. Elk jaar houden opa en het meisje een wedstrijd op 1 april, waarbij ze kijken wie de ander het beste voor de gek kan houden. Het meisje is opa te slim af door haar veters los te laten en een scheur in haar broek te knippen. Soms proberen ze ruzie te maken, of elkaar uit te dagen. Altijd weet je dat het wel goed komt. Maar hoe, dat is elke keer weer een vreemde, maar leuke verrassing.
In ‘Mijn opa en ik en het varken oma’ staan tien verhaaltjes van ongeveer acht of negen bladzijden lengte. Elk verhaaltje gaat over iets wat opa, het meisje en het varken meemaken. Soms zijn dat gekke dingen: zoals wanneer opa twee dagen lang op het dak zit, omdat hij er niet meer af durft. Of het zijn‘gewone’ varkensdingen, zoals in samen in het hooi slapen en ‘zoelen’ (door de modder rollen).
Doordat elk verhaal een avontuur op zich vertelt, is het een heel fijn boek om (je) voor te (laten) lezen. Bovendien maakte Judith Ten Bosch bij elk verhaal drie tekeningen in zwart wit, waardoor de avonturen van opa, het meisje en het varken nog meer tot leven komen.
Marjolijn Hof heeft voor dit boek een Vlag en Wimpel gewonnen.