Titel: | Charlie en ik |
Auteur: | Mark Lowery |
Uitgeverij: | Van Goor, 2018 |
ISBN: | 978 90 003 5318 7 |
Illustraties: |
Verrassend, schokkend en ontroerend
‘Ik ben het huis uit geslopen, heb mijn broertje ontvoerd en nu vluchten we voor het weekend naar het zuidelijkste puntje van het land. Als – sorry, ik bedoel: zodra – mama en papa daarachter komen, zullen ze me vermoorden. Tenzij de politie me tegen die tijd al heeft gearresteerd.’
‘Charlie en ik’ is verdeeld in acht delen. Elk deel gaat over een etappe in de reis van de dertienjarige Martin (de ik-persoon) en zijn jongere broertje Charlie. Langste etappe: 156 kilometer per trein, kortste etappe: 0 meter – zittend op een bankje. In het begin roept het verhaal veel vragen op. Waar gaat de reis naartoe? Waarom zijn de broers stiekem met zijn tweeën op pad? Waarom heeft Martin zijn telefoon thuis laten liggen? Dat is voor Charlie net zo goed een raadsel als voor de lezer… Martin neemt Charlie mee naar het plaatsje waar ze vorig jaar op vakantie waren. Twee keer per dag was daar een dolfijn te zien in de haven. Charlie vond dat geweldig! Hij moest en zou dagelijks bij de dolfijn gaan kijken. Hoofdstukken over hun treinreis wisselen af met hoofdstukken over de bewuste vakantie.
Tussen de verschillende delen in staat steeds een gedicht dat Martin heeft geschreven voor de dichtclub van school. Het is duidelijk hoe belangrijk het dichten voor hem is, want zijn gedichtenschrift is een van de weinige dingen die hij mee op reis heeft genomen. De gedichten – mooi, maar ook schattig en wat onhandig – maken een levensecht karakter van Martin. Ze geven een inkijkje in zijn hoofd.
Het is niet niets om zo’n lange treinreis te maken met Charlie. Hij is veel te vroeg geboren, waardoor hij een bijzondere jongen is geworden. Zoals Martin zegt: ‘Zijn hersens werken gewoon anders dan die van ons.’ Charlie is impulsief, astmatisch, snel overprikkeld en snel opgewonden, en hij zegt en doet altijd onverwachte dingen. Maar bovenal is hij grappig en heerlijk spontaan. Martin is een stuk rustiger en serieuzer. In het hele boek proef je hoe sterk de band tussen de twee broers is. Martin heeft alles voor Charlie over: ‘Als hij blij is, ben ik ook blij.’ De reis die ze maken is spannend. Martin heeft niet genoeg geld, dus hij steelt sinaasappelsap en ze reizen samen op één kaartje. Charlie verstopt zich in het toilet tot de conducteur geweest is. Écht spannend wordt het wanneer de politie hen op het spoor is en de jongens elkaar uit het oog verliezen. Gelukkig heeft Martin vriendschap gesloten met Hen, een meisje dat hij in de trein heeft ontmoet. Zij is een grote steun voor hem.
Het eind van het boek is verrassend, schokkend en ontroerend. Tijdens het lezen van deze hoofdstukken besef je hoe slim Mark Lowery het verhaal heeft opgebouwd. Een prachtboek waar je nog vaak aan zult terugdenken!