
Titel: | Een heel kleine geschiedenis van bijna alles |
Auteur: | Bill Bryson |
Uitgeverij: | Atlas, 2008 |
ISBN: | 978 90 450 0875 2 |
Illustraties: |
Spannende wetenschap
Wist je dat het eerste dinosauriërbot dat ooit werd gevonden, ook meteen het eerste bot was dat kwijtraakte? En wist je dat je ongeveer 500 hersencellen per uur verliest? En dat de continenten ronddrijven, als blaadjes in een vijver? Bill Brysonneemt je in zijn boek ‘Een heel kleine geschiedenis van bijna alles’ mee op een reis door het leven, op zoek naar antwoorden op ingewikkelde en minder ingewikkelde vragen.
Van een minuscuul proton (‘een oneindig klein deeltje van een atoom, dat zelf natuurlijk ook al iets onvoorstelbaar kleins is’) tot het ontstaan van de mens. Van geologie tot scheikunde. Met een enorme berg enthousiasme legt Bryson uit hoe de wereld in elkaar zit. Zo vertelt hij over de oerknal. En dan niet op een saaie manier zoals je die misschien kent uit je aardrijkskundeboek, maar heel grappig. Bryson geeft je namelijk een recept voor een heelal:
Benodigdheden:
• één proton, samengeperst tot één miljardste van zijn omvang
• alles aan materiedeeltjes (…) van hier tot aan het uiteinde van de schepping
• een ruimte – nog veel, veel kleiner dan dat ongelooflijk kleine proton! Al deze ingrediënten prop je in een ruimte ‘die zo ongelooflijk krap is dat hij in feite geen afmetingen meer heeft.’ En dan? ‘Zet je schrap voor een echt OERHARDE KNAL.’
Ook vertelt Bryson over verschillende belangrijke wetenschappers en hun experimenten. Over Charles Darwin (natuuronderzoeker) en Edmond Halley (sterrenkundige) bijvoorbeeld. En over Isaac Newton (misschien wel het grootste wetenschappelijke genie ooit), die nogal een vreemd mannetje bleek te zijn:
Hij bouwde zijn eigen laboratorium, waar hij allerlei bizarre experimenten uitvoerde. Zo stak hij een keer een priem (…) in zijn oogkas, die hij vervolgens liet ronddraaien om te zien wat er zou gebeuren.
Het zijn niet de makkelijkste onderwerpen waar Bill Brysonover schrijft. Je zult er dan misschien ook niet van staan te kijken dat het boek eerst voor grote mensen is uitgegeven. Toch zijn het niet alleen volwassenen die willen weten hoe heet de zon is en hoe lang er mensen op aarde leven. Daarom is er nu een speciale jeugdeditie, een verkorte versie met foto’s, computerbeelden, cartoons en schilderijen. Door de leuke vormgeving en de speelse en spannende manier waarop Bryson schrijft, is het boek heel toegankelijk geworden.
Bill Bryson – die ongelooflijk veel gelezen moet hebben om zoveel te weten – heeft een ontzettend leuk en leerzaam boek geschreven. Je kunt het als een leesboek lezen, maar je kunt het ook als encyclopedie gebruiken wanneer je iets wilt opzoeken of gewoon zin hebt om lekker wat te bladeren. Bryson maakt regelmatig een overzichtelijke samenvatting en dankzij een handig register kun je snel iets terugvinden. ‘Een heel kleine geschiedenis van bijna alles’ mag eigenlijk in geen enkele boekenkast ontbreken!